De recente berichtgeving over de eerste bergingsfase van de Costa Concordia, het cruiseschip dat op 13 januari 2012 kapseisde voor de kust van het Toscaanse eiland Giglio, roept pijnlijke herinneringen op aan de ramp met de Britse ferry Herald of Free Enterprise. Op 6 maart 1987, vlak na vertrek naar Dover uit de haven van Zeebrugge, kapseisde het veerschip net voor de Belgische kust. De ramp kostte 193 mensen het leven.
De Herald of Free Enterprise verliet die noodlottige dag rond 19 uur de binnenhaven van Zeebrugge. Na ongeveer 20 minuten varen kwam het schip in de problemen. Omdat de boegdeuren open waren gebleven, had het autodek water opgeschept. Door het stijgende waterpeil viel alle elektriciteit uit en raakte de ferry uit evenwicht. Luttele minuten later lag de Herald gekapseisd op een zandbank. Op dat moment waren er 459 passagiers en 80 bemanningsleden aan boord.
Uit diverse analyses achteraf bleek de oorzaak van de ramp een tragische opeenstapeling van menselijke fouten te zijn. De assistent-bootsman moest de boegdeuren afsluiten na het reinigen van het autodek en voor het lossen van de trossen. Toen het vertreksignaal luidde lag de man echter te slapen in zijn kajuit. De eerste officier, wiens taak het was om te controleren of de boegdeuren wel degelijk gesloten waren, had zijn post vroegtijdig verlaten voor de brug om de vertraging die het schip had opgelopen in te halen. De kapitein, ten slotte, was sneller gaan varen, eveneens in een poging om de vertraging te verkorten, maar zonder dat hij zicht had op de open boegdeuren. Al deze factoren samen veroorzaakten de ramp. De verantwoordelijke bemanningsleden werden veroordeeld wegens schuldig verzuim.
Maar er bleek ook van alles mis te zijn gegaan op logistiek vlak. Behalve het feit dat de boegdeuren onzichtbaar waren vanaf de brug, waren er ook geen indicatielichtjes die de stuurman konden waarschuwen voor eventuele open deuren. Het schip was evenmin ingedeeld in waterdichte compartimenten, in tegenstelling tot de meeste andere schepen: de autodekken liepen gewoon door. De Herald voer normaal gezien op en af tussen Calais en Dover en was dan ook ontworpen om snel geladen en gelost te kunnen worden in deze twee havens. De route vanaf Zeebrugge was nieuw. Jammer genoeg had de haven daar een ander soort laadbrug, een die niet tot aan de hogere dekken raakte. Om toch te kunnen vertrekken werd de fatale beslissing genomen om de boegballasttanks te vullen zodat het schip lager kwam te liggen. Bij het uitvaren werd de normale balans van het schip echter niet hersteld.
De Herald was nauwelijks een kilometer buiten de haven geraakt. Dankzij die geringe afstand en door de prompte reactie van het hierboven vermelde nabijgelegen baggerschip waren de hulpdiensten zeer snel ter plaatse. Ook de Belgische Zeemacht was er snel bij, want toevallig waren zij in de buurt bezig met een militaire oefening. Door het stijgende tij hebben de reddingswerkers vele levens niet kunnen redden. Uiteindelijk lieten 193 slachtoffers het leven, merendeels Britten.
Paul McCartney vormde na enkele dagen een gelegenheidsformatie van voornamelijk Britse popartiesten dat zichzelf Ferry Aid noemde. Hun versie van Let It Be werd een grote hit. De opbrengst ging integraal naar de overlevenden en nabestaanden van overledenen.
Het duidingsprogramma Panorama maakte tien jaar na datum een boeiende reportage over de ramp met de Herald of Free Enterprise. U kan die hier bekijken.