In Warschau zitten 190 landen samen op de 19de internationale klimaattop van de Verenigde Naties om de eerste lijnen uit te zetten van een nieuw klimaatakkoord dat rond moet zijn in 2015. De top is een van de exponenten van een nieuw bewustzijn over milieu, natuur en klimaat dat pas goed vorm begon te krijgen in de jaren 80. Organisaties als Greenpeace en WWF waren nooit eerder zo populair en invloedrijk.
Dat de verwaarlozing en de uitbuiting van het milieu een ultiem breekpunt had bereikt, bleek uit verschillende nieuwe problemen die de kop opstaken. Zo was er zure regen, een fenomeen veroorzaakt door uitlaatgassen, intensieve veeteelt en de verbranding van zwavel- en stikstofhoudende brandstoffen zoals mazout, stookolie en benzine. De gevolgen van verzuurde neerslag zijn nefast, zowel voor ons grond- en oppervlaktewater als voor de bodemkwaliteit, de flora- en visstand, de toestand van historische gebouwen of standbeelden en niet te vergeten onze eigen gezondheid. Zure regen was al eerder bekend, maar het is pas in de jaren 80 dat het begrip ingeburgerd raakt en het besef doordringt dat er dringend iets aan moest gebeuren.
Nog zo’n prangend probleem dat plots opdook en om een onmiddellijke interventie schreeuwde, was het gat in de ozonlaag, een ‘deken’ van ozon dat tussen 15 en 30 kilometer boven het aardoppervlak de meest schadelijke ultraviolette stralen van de zon blokkeert. Midden jaren 80 ontdekten wetenschappers dat het steeds groter wordend gat (lees: een verdunning van de ozonlaag) boven Antartica veroorzaakt werd door cfk’s (chloorfluokoolwaterstoffen) die toen nog veelvuldig werden gebruikt in spuitbussen en koelkasten. In 1987 ondertekenden alle leden van de Verenigde Naties het Montreal Protocol, een verdrag dat het gebruik van cfk’s verbood om zo de ozonlaag de kans te geven zich te herstellen. Met resultaat, want dankzij de grondige maatregelen is het gat in de ozonlaag vandaag niet veel groter (een volledig herstel zou er pas zijn tegen 2080).
In de jaren 80 kwamen organisaties als Greenpeace en WWF geregeld in de actualiteit. Het Wereld Natuurfonds zette zich al sinds 1961 in voor natuurbehoud en bescherming van de biodiversiteit, met een van de bedreigde diersoorten, de reuzenpanda, als hun symbool. De sticker met de innemende panda prijkte in de jaren 80 dan ook op menig bumper of boekentas. Maar het bleef niet alleen bij woorden, de strijd om bedreigde diersoorten te redden was heviger dan ooit en er werden resultaten geboekt.Het Wereld Natuurfonds kon bijvoorbeeld bijdragen aan het verbod op de commerciële walvisvangst in 1986, hoewel Japan, Noorwegen en Ijsland tot op vandaag blijven verder jagen op de grote zoogdieren onder het mom van wetenschappelijk onderzoek.
Greenpeace voerde actie op de 7 wereldzeeën niet alleen tegen vervuiling en onderzeese atoomproeven, maar ook tegen de jacht op walvissen en jonge zeehonden. Schokkende beelden van de jacht op jonge zeehonden toonden hoe jagers de kleine diertjes doodknuppelden en stroopten voor hun exclusieve vacht. In 1985 kwam er zelfs een Franse animatieserie van, Seabert, over de lotgevallen van 2 Eskimokinderen en een zeehondje die zich samen inzetten voor het welzijn van dieren. Op 10 juli 1985 volgde een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Greenpeace. Een van de vlaggenschepen, de Rainbow Warrior, werd door twee commando’s van de Franse geheime dienst tot zinken gebracht in de haven van Auckland, net voor het wilde uitvaren om de kernproeven van de Franse regering op Moruoa, een atol in Frans Polynesië, een halt toe te roepen. De laffe daad schokte de wereld, maar Greenpeace ging onverschrokken verder. De t-shirts en andere parafernalia van Greenpeace waren erg in trek: het was een uitgelezen manier om in de jaren 80 je verontwaardiging te tonen en je steun te betuigen. Wie toen opgroeide en een minimum aan milieubewustzijn had, trok de t-shirts aan met “No time to waste”, “Save the whale” of “This body is in danger” erop.
Het zijn stuk voor stuk slogans die vandaag niets aan kracht moeten inboeten, maar die jammer genoeg nog steeds van toepassing zijn.
Beelden: © Greenpeace