Vandaag is het Wereldaidsdag. De dodelijke ziekte aids stak begin de jaren 80 de kop op. Met een onverbiddelijke snelheid verspreidde het virus zich, wereldwijd. Intense mediacampagnes probeerden ons te waarschuwen voor de sluipende dood.
In de zomer van 1981 kwamen er onheilspellende berichten uit de Verenigde Staten over een nieuwe, vreselijke ziekte die homoseksuele mannen in grote steden doodde. In de begindagen dacht men dan ook dat de seksueel overdraagbare ziekte enkel bij homomannen voorkwam. Wanneer duidelijk werd dat de ziekte ook slachtoffers maakte onder spuitende druggebruikers, ontvangers van donorbloed en heteroseksuelen die onveilig vrijden, begon men te vrezen voor een epidemie op grote schaal. Angst en onzekerheid namen de overhand, aangewakkerd door onwetendheid, aangezien er aanvankelijk bitter weinig geweten was over de ziekte. Aidspatiënten werden gestigmatiseerd, gemeden en buiten gesloten. Wanneer wereldbekende mensen als Rock Hudson, Keith Haring, Derek Jarman, Robert Mapplethorpe, Michel Foucault en Isaac Asimov – om er maar enkele te noemen – bezweken aan aids, kwam daar stilaan verandering in. Omdat het virus veel krachtiger was dan eerst gedacht, bleven sensibilisatie en preventie voorlopig de enige wapens die we in de strijd konden gooien. Overal werden grootschalige campagnes opgestart.
Het virus dat aids veroorzaakt, hiv of ‘human immunodeficiency virus’, werd pas in 1984 ontdekt. Hiv is een snel muterend retrovirus dat geleidelijk het menselijk immuunsysteem vernietigt. Wie drager is van het virus is seropositief, maar het kan jaren duren voor het effectief uitbreekt. Pas dan spreken we over het ziektebeeld ‘aids’ of voluit ‘acquired immunodeficiency syndrome’. Hiv kan op drie manieren worden overgedragen: door onveilige seks met een besmette partner, via contact met besmet bloed (injectie met een vuile naald, transfusie, besmet bloed door een wonde) of van moeder op kind, tijdens de zwangerschap of de borstvoeding.
Ook Vlaanderen kreeg te maken met AIDS. Vanaf 1982 verschenen er artikels over de ziekte, het een al genuanceerder dan het ander. De excentrieke arts Herman Le Compte bijvoorbeeld schreef in zijn cursiefje in De Streekkrant dat hij homo’s geen hand meer zou geven, om even later zijn absurd voornemen in te trekken en een seropositieve man de hand te schudden op de televisie. Op 2 december 1985, gekoppeld aan een tv-uitzending over aids op de BRT, gaat de Aidstelefoon van start. Pas in 1986 verspreidt toenmalig minister van Volksgezondheid Wivina Demeester een eerste folder: ‘Wat je moet weten over aids’. Een jaar later lanceert ze een grote campagne met als slogan ‘Open je ogen voor aids ze sluit’, waarin vooral de nadruk gelegd wordt op seksuele trouw en een vaste partner, maar niet zozeer op het gebruik van een condoom. Het is pas vijf jaar later, in 1993, dat er een eerste grote condoomcampagne komt in Vlaanderen, onder de slogan ‘Zet ‘m op!’. De campagne wordt het jaar daarop herhaald, hoewel het gebruik van condooms vanuit Rome door de katholieke kerk werd verboden.
In 1995 komen de eerste aidsremmers op de markt, die de fatale progressie van de ziekte met tientallen jaren vertragen en de ongemakken van patiënten tot een minimum beperken. Er is een heel klein beetje licht aan het eind van de tunnel, maar de remmers blijven heel duur en dus eigenlijk beperkt tot de westerse wereld. De kostelijke remmers betekenen helemaal niet dat we onze aandacht mogen laten verslappen. We moeten allen een hernieuwde waakzaamheid aan de dag leggen. Voorkomen is nog steeds beter dan genezen.
De affiches zijn uit de media verdwenen, maar de cijfers liegen er niet om: aids lijkt aan een nieuwe opmars te zijn begonnen. Met naar schatting meer dan 33 miljoen aidspatiënten wereldwijd, 26 miljoen nieuwe besmettingen en 1,8 miljoen doden per jaar blijft aids een ware ravage aanrichten. Vooral in de landen ten zuiden van de Sahara: zij tellen zeventig procent van alle aidspatiënten. Een vaccin is er nog steeds niet.
Beelden, bron: Sensoa
Aan de balie van het Huis van Alijn vindt u de bekende rode lintjes. Speld er een op en toon uw solidariteit.