29 mei 1985 is een zwarte bladzijde in de voetbalgeschiedenis. Ongeveer een uur voor de aftrap van de Europacupfinale tussen het Engelse Liverpool en het Italiaanse Juventus braken er rellen uit in het Heizelstadion. Liverpoolsupporters bestormden vanuit hun vak het aanpalende neutrale vak dat met Juventusfans was gevuld. Meer dan 400 mensen raakten gewond, 39 mensen lieten het leven.
Het toen 55 jaar oude stadion verkeerde door een slecht onderhoud in een erbarmelijke, bijna bouwvallige staat. Brokstukken lagen er letterlijk voor te rapen, losse stenen konden zo worden gebruikt als wapen. Bestuursleden van Liverpool hadden deze gevaarlijke toestand lang van te voren laten weten, maar hun advies om een andere locatie te zoeken werd niet verhoord.
Op die noodlottige dag was het stadion tot de nok gevuld. De 2 delen met telkens 3 vakken direct achter de goals waren gevuld met respectievelijk supporters van Liverpool en Juventus, recht tegenover elkaar zoals het hoort. Alleen, de Liverpoolsupporters hadden aan hun zijde maar 2 van de 3 vakken gekregen. Het derde vak, net naast de 2 propvolle Liverpoolvakken, was gereserveerd voor neutrale Belgische fans. Tickets voor dit vak Z werden massaal gekocht door Belgische Juventussupporters (grotendeels van Italiaanse afkomst). Bovendien hadden diverse reisbureaus een groot deel van de beschikbare plaatsen opgekocht om ze door te verkopen aan nog meer Juventusfans.
Voor de wedstrijd waren er in het centrum van Brussel hier en daar enkele opstootjes. Maar de echte problemen ontstonden rond 19 uur. Voor de finale stond er een vriendschappelijke wedstrijd tussen jonge Belgische selectiespelers op het programma. Door een zeer ongelukkig toeval kwamen de truitjeskleuren van die 2 ploegen overeen met die van Liverpool en Juventus. Het rode team kwam met 3 tegen 0 op voorsprong en de Liverpoolfans gingen uit hun dak, deden net alsof hun team de overhand haalde. Tot wanneer het zwart-witte team een tegengoal scoorde. Het hek was van de dam en er braken gevechten uit. De wedstrijd werd voortijdig afgeblazen en de jonge spelers verlieten het veld.
De scheiding tussen de Liverpoolsupporters en het neutrale vak bestond uit provisorisch geplaatst hekwerk en een haag van enkele politieagenten. De sfeer werd steeds grimmiger, er werd vuurwerk afgestoken en met stenen gegooid. Kort voor het uur dat de aftrap was voorzien, slaagde een groep Liverpoolsupporters erin de hekken op één plaats te doorbreken. De onderbemande politietroepen keken machteloos toe hoe de supporters van Juventus naar de zijkant van hun vak werden geduwd, op de vlucht voor de Engelse hooligans. Ze konden geen kant meer uit en probeerden zelfs over de muur te klimmen die leidde naar de begane grond en de uitgang. De muur kon de enorme gewichtsdruk niet aan en stortte in. Velen vielen van de muur naar beneden, anderen werden vertrapt in de paniekstormloop, nog anderen raakten bedolven onder het steenpuin. Juventusfans aan de andere kant van het stadion probeerden ondertussen hun makkers te bereiken. De situatie liep volledig uit de hand. Politie, rijkswacht en hulpdiensten werden overrompeld door een maalstroom van paniek, chaos en geweld.
Om de supporters te kalmeren en verdere escalaties te vermijden, werd besloten 2 uur later dan gepland de wedstrijd dan toch door te laten gaan. De kapiteins van beide ploegen spraken het publiek toe en probeerden – tevergeefs – de gemoederen te bedaren. Onder luid gejoel en met voortdurende interventies door de ordetroepen werden de 90 minuten vol gemaakt. Juventus won uiteindelijk met 1-0, supporters van de Italiaanse ploeg stormden het veld op om de overwinning te vieren. Er waren toen al flink wat mensen omgekomen. De chaos was zo groot dat het niet duidelijk was of de spelers en de supporters wel degelijk wisten dat er al dodelijke slachtoffers waren gevallen. Het drama kostte 39 supporters het leven: 32 Italianen, 4 Belgen, 2 Fransen en 1 Ier. Ruim 400 mensen raakten licht tot zwaar gewond.
In de jaren 80 eisten 3 voetbalrampen in totaal 191 doden. Luttele weken voor het Heizeldrama, op 11 mei 1985, was er brand uitgebroken in het Valley Parade-stadion in Bradford. Een weggegooide sigaret van een toeschouwer was onder de houten tribune terechtgekomen en zette het stadion in een mum van tijd in lichterlaaie. 56 mensen overleefden de brand niet. Op 15 april 1989, 5 jaar na het Heizeldrama, brak er tijdens een halve finalewedstrijd tussen (alweer) Liverpool en Nottingham Forest paniek uit in het Hillsborough stadion, de thuishaven van Sheffield Wednesday. De tumultueuze paniekuitbarsting resulteerde in de dood van 96 Liverpool-fans. Anders dan bij het Heizeldrama werd de wedstrijd onmiddellijk stilgelegd. In de nasleep van de ramp werden in Engeland alle hekken in de stadions verwijderd en staanplaatsen vervangen door zitplaatsen, een verordening die ook in de rest van Europa snel werd doorgevoerd.
Na het Heizeldrama laaide de polemiek over hooliganisme hoog op. Ingrijpende maatregelen moesten worden genomen om de herhaling van een dergelijke ramp koste wat het kost te vermijden. Zo werden alle clubs uit de Engelse competitie voor 5 jaar uitgesloten van Europese competities, Liverpool zelfs voor 6 jaar omdat zij in Brussel de aanstichters waren. Meer drastische veiligheidsmaatregelen werden in acht genomen en in veel Europese landen werd er naar een specifieke voetbalwetgeving toegewerkt. In België zou die voetbalwet er pas komen in februari 1999, bijna 15 jaar na de ramp in het Heizelstadion. In 1996 werd het stadion grondig gerenoveerd met het oog op Euro2000, het Europees kampioenschap in België en Nederland, en kreeg het een nieuwe naam: het Koning Boudewijnstadion.