Eind jaren 70, begin jaren 80 was de boombox niet meer uit het straatbeeld weg te denken. De flink uit de kluiten gewassen radio-cassettespeler maakte in die dagen luidruchtig furore. Omdat het draagbare apparaat zowel op netvoeding als op batterijen werkte, konden muziekliefhebbers hun muzikale voorkeur delen met anderen, of die dat nu wilden of niet.
In zijn song uit 1986 ‘I Can’t Live Without My Radio’ rapte LL Cool J:
My radio, believe me, I like it loud. I’m the man with a box that can rock the crowd. Walkin’ down the street, to the hardcore beat. While my JVC vibrates the concrete. I’m sorry if you can’t understand, but I need a radio inside my hand (…) I’m the leader of the show, keepin’ you on the go. But I know I can’t live without my radio!
In de film Krush Groove, een biopic over de vroege jaren van hihoplabel Def Jam Records, geeft hij een staaltje van zijn kunnen:
Midden de jaren 70 had de boombox zijn luide entree gemaakt op de Amerikaanse markt. Grote bedrijven als Panansonic, Sony, Marantz, Sharp en General Electric brachten modellen uit die het volle geluid van een stereo-installatie en de draagbaarheid van kleinere spelers samenbrachten in een stijlvol verchroomd en van een radio voorzien apparaat. Iets modernere versies werden voorzien van allerhande in- en uitgangen. Hierdoor kon apparatuur zoals microfoons, een mengpaneel of een platenspeler moeiteloos aangesloten worden. Zeer belangrijk voor de boombox was de kwaliteit van de basgeluiden: tieners en adolescenten in steden over de hele wereld waardeerden ieder toestel dan ook op die specifieke functie. De uitdrukking less is more was niet van toepassing: hoe groter de boombox, hoe meer lawaai en hoe meer er kon gepronkt worden. Fabrikanten van boomboxes speelden hier maar al te graag op in. Na een tijd kwamen er modellen ter grootte van een valies op de markt. In sommige toestellen moesten er soms tot 20 D-batterijen geplaatst worden. Een mooi voorbeeld ter illustratie is het toestel waar Radio Raheem uit Do the right thing, een film van Spike Lee, mee rondwaggelt:
De boombox werd al snel een onlosmakelijk onderdeel van de hiphopcultuur. Het rebelse karakter van hiphop (denk maar aan graffiti, breakdancen en rappen) strookte helemaal met het concept van loeiharde muziek uit een stereo pompen. Niet voor niets kreeg het toestel de bijnaam “ghetto blaster”, een benaming die perfect weergeeft hoezeer de boombox symbool stond voor achtergestelde wijken en behoorde tot een zich snel ontwikkelende subcultuur. Midden de jaren 80 was de boombox in combinatie met witte sneakers, sportkledij en een resem gouden kettingen, een levensstijl geworden.
De Amerikaanse fotograaf Lyle Owerko, die zelf een collectie van een vijftigtal boomboxes heeft, maakte met zijn The Boombox Project een cultuurhistorisch overzicht van het invloedrijke toestel: