Cultuur & Maatschappij

Personal computer: Jobs vs. Gates

De personal computer, kortweg pc, veroverde begin jaren 80 een vaste stek in ons dagelijks leven. Steeds meer bedrijven, scholen en gezinnen haalden een pc in huis, voor ‘business’ én voor ‘pleasure’. Computers werden op korte tijd steeds krachtiger, compacter, goedkoper en gebruiksvriendelijker.

Elektromechanische computers kwamen tot ontwikkeling eind jaren 30, maar de eerste thuiscomputers, toestellen die klein genoeg en betaalbaar waren voor de gemiddelde consument, werden geproduceerd in de periode 1975-1985. Als eerste ‘home computer’ geldt nog steeds de Altair 8800 (1975), hoewel je het tuig zelf in elkaar moest steken en het een toetsenbord noch een beeldscherm had, maar enkel schakelaars en lampjes. Enkele maanden later kwam de IMSAI 8080 op de markt (deze keer inclusief toetsenbord, beeldscherm en diskettestation), een vroege computer die wereldberoemd werd door zijn prominente rol in de film War games uit 1983.

In 1977 zorgde het Amerikaanse bedrijf Apple voor een ware revolutie met de lancering van hun nieuwste product, de Apple II, die ze tijdens alle promotiecampagnes consequent een ‘personal computer’ noemden.

Andere vroege computers voor thuisgebruik, zoals de TRS-80, de Commodore PET, VIC-20,  64 of Amiga 500 en natuurlijk de ZX-81, pikten een graantje mee van het succes van de Apple II en werden zeer populair. Iedereen sloeg aan het programmeren (helemaal alleen of in clubverband), speelde spelletjes of hield zijn boekhouding netjes ingevuld met behulp van een computer.

Op 12 augustus 1981 zorgde IBM voor een nieuw keerpunt: op die dag stelde de computerreus zijn nieuw paradepaardje voor in het Waldorf-Astoria Hotel in New York, de IBM 5150 PC, algemeen beschouwd als de eerste echte ‘persoonlijke’ computer. Het exclusieve besturingssysteem, bekend als PC-DOS, werd geleverd door een toen nog onbekend bedrijfje genaamd Microsoft. De computer zelf bestond in zijn eenvoudigste uitvoering uit een toetsenbord en een systeemkast, voorzien van een 16 bits microprocessor. Eenmaal de bedrijvenwereld het nut had begrepen van een dergelijke machine, was het succes niet meer te stuiten: tegen het einde van 1982 verkocht IBM één computer per seconde. Al snel kwamen er tientallen klonen van de 5150 op de markt.

Apple zorgde opnieuw voor een revolutie toen het in 1984 de Apple Macintosh uitbracht, de eerste PC met een grafische gebruikersinterface. Voor de ontwikkeling van de complexe software voor de Macintosh kon Apple rekenen op (alweer) Microsoft. Maar datzelfde Microsoft reageerde nog geen jaar later met de eerste versie van Windows, een eveneens op grafische elementen gebaseerd besturingssysteem. Het zou het begin inluiden van een lange concurrentiestrijd tussen de 2 bedrijven (en hun respectievelijke CEO’s, de vroegere vrienden Steve Jobs en Bill Gates), een strijd die vandaag (zelfs na het overlijden van Jobs) nog lijkt verder te woeden.

Sinds gisteren kan u in de bioscoop een nieuwe film over het leven van Steve Jobs bekijken. Maar kijken ook even op ons YouTube-kanaal, waar we ter inspiratie een playlist samenstelden over de eerste personal computers.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *